Klaverjassen

Klaverjassen is een pur-sang gezelschapsspel. Het wordt wereldwijd, in diverse vormen en onder verschillende namen,  bedreven. De oorsprong van het spel  gaat terug tot in de veertiende eeuw.    Het werd en wordt  veel  in de familiekring  gespeeld onder het genot van een biertje, sigaartje of sigaretje, een stukje kaas of plakje worst. Het leren van  klaverjassen werd min of meer als een onderdeel van de opvoeding gezien, net als bv het leren zwemmen.

Onder  voetballers werd het veel gespeeld. Het was min of meer de tweede sport die door hen werd bedreven. Het is dan ook niet vreemd dat dit gezelschapsspel al zo’n 100 jaar bij Hercules wordt beoefend.

Hercules hecht aan tradities en probeert die zoveel als mogelijk in stand te houden. Het klaverjassen heeft de tand des tijds doorstaan. Kwam het in de jaren zeventig van de vorige eeuw  echter voor dat er 100 deelnemers op een avond kwamen, nu schommelt dat tussen de 30 en 40.

Het spel wordt – als regel –  gespeeld door 4 personen in 2 paren, een koppel genoemd. Een wedstrijd bestaat uit 16 spellen, een boompje. Het koppel dat na de 16 spellen de meeste punten heeft behaald, is winnaar.

De speelavond is de tweede vrijdag van de maand.  Er worden 3 rondes gespeeld.  Iedere ronde is een ander koppel de tegenpartij. Aan het eind van de avond wordt het koppel dat over de 3 rondes de meeste punten heeft vergaard tot winnaar uitgeroepen en ontvangt een prijsje, met de nadruk op “prijsje”. Het gaat primair om de gezelligheid en het kennismaken met andere leden van de verenging. Deelname staat open voor alle leden van de Verenging, ongeacht de afdeling waarvan men lid  is.

Er wordt een competitie gespeeld. De competitie bestaat uit 8 speelavonden. Het resultaat van 6 speelavonden is bepalend voor het eindklassement. Aan het einde van het seizoen wordt het koppel dat over de 6 avonden de meeste punten bijeen heeft weten te sprokkelen tot Club-Kampioen uitgeroepen en ontvangt de fel begeerde wisselbeker.

De avond wordt georganiseerd door een kleine commissie. Uitgangspunt is dat de  ‘afdeling’ selfsupporting moet zijn, hetgeen betekent dat er een beperkt inschrijfgeld per avond wordt geheven.