Emiel Smit aan het woord.

Algemeen

Kijk naar de toekomst, ken je verleden en wees lief voor elkaar.

Eén van de speerpunten van het beleid is om meer te laten zien van de vereniging en daarover te communiceren. Een deel van het verenigingsleven speelt zich af in het paviljoen. Een actieve commissie binnen het bestuur, de horecacommissie, houdt het reilen en zeilen hier mede in de gaten. En, last but not least, na de Coronatijd lijkt het of we de oude draad weer op kunnen pakken, maar leert de realiteit dat er veel veranderd is en dat Hercules meegaat met zijn tijd.

Kortom: hoog tijd om onze oer-Herculaan, de bij iedereen bekende pachter Emiel Smit, aan het woord te laten over zijn insteek en visie.

Nou, dat heb ik geweten! Als je met hem aan de praat raakt, volgt al snel een stortvloed aan woorden. Met grote plannen voor de toekomst. Maar ook spreekt hij over zaken die hem ergeren (ik zal ze de lezer grotendeels besparen, maar hij heeft hier en daar zeker een punt). En evenzo gemakkelijk vlecht hij anekdotes over de historie van de vereniging door zijn verhaal.

Om het voor de lezer behapbaar te houden, geef ik ons gesprek weer volgens bovengenoemde drie stromen. Ik beperk  me tot de grote lijnen om het stuk geen encyclopedische dikte mee te geven.

De toekomst

We beginnen met het belangrijkste item. Hoe staat het met het paviljoen, hoe is Emiel de crisis doorgekomen en wat heeft hij voor plannen?

Emiel constateert dat hij er nog staat, dat hij het moeilijk heeft gehad tijdens de pandemie maar dat hij het (net) heeft kunnen redden. Nog niet alles is achter de rug maar hij vertrouwt erop dat er genoeg vlees op de botten zit. Hij geeft aan een prima samenwerking te ervaren met zowel het huidige bestuur (met name met voorzitter Fons Visser) als met de mensen van Beheer, waarbij de opzet is om elkaar de ruimte te geven maar wel met de bedoeling om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Als Bourgondiër is Emiel altijd bezig met nadenken over hoe je het aanbod kunt uitbreiden en verbeteren. Hij vertelt eerlijk dat een groot deel van de omzet nog altijd wordt behaald via de traditionele frituur (patat, bitterballen en frikandellen) en dranken (bier, bier en bier). Daar is op zich niets mis mee, alhoewel je je kunt afvragen in hoeverre een sportclub (waar mensen komen om gezond bezig te zijn) zich hier bij neer moet leggen.

Voor Emiel is echter duidelijk: hij zoekt de uitdaging op andere terreinen. Samen met partner, steun en toeverlaat Marjorie, verzint hij nieuwe gerechten die ze eerst samen uitproberen. Hij zegt nog een pak meer ideeën daarvoor te hebben. Opvallend is dat met name door de aanwas van vrouwelijke leden, de vraag naar meer vegetarische en veganistische mogelijkheden aanzienlijk groter is geworden. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

Ook in het randgebeuren is Emiel bezig met verduurzamen en verbeteren. Bijvoorbeeld in het omgaan met sauzen. Hij gaat voor het echte werk (kwaliteit staat voorop) maar is bezig met een leverancier die spul aanlevert met 50% minder vet (mayo) en 15% minder suiker (ketchup). Hij gebruikt biologische olie, een cyclisch product met nauwelijks afval. In de energiedrankjes zit veel minder suiker en het aanbod 0.0-alcoholvrij bier wordt groter (op de tap, er komt er nog eentje bij en op fles verkrijgbaar). Door het aanbieden van speciaal biertjes en het schenken van een mooie wijn, wordt het aloude ‘doordrinken’ in de derde helft anders gericht. Ook hier gaat kwaliteit boven kwantiteit. Als Emiel dit vertelt, merk je dat hij hierin een grote uitdaging ziet. Zijn ogen glimmen en hij kan niet ophouden met praten.

Dus wil hij zijn andere grote liefde, de BBQ, niet onvermeld laten. Hij gaat dit binnenkort, als het weer beter wordt en de zomer nadert, weer aanbieden met een mooi nieuw concept waarin zowel een vega- als een vleesversie tot de mogelijkheden behoren. Ook zijn pasta’s worden steeds meer volledig vegetarisch. Veel afnemers, die met de mond belijden niet zonder echt vlees te kunnen, merken dit laatste vaak niet eens en eten met smaak.

De kinderlimo is volledig suikervrij gemaakt en veiligheid is een belangrijk aandachtspunt (er lopen mensen met hete dranken, rennen is dus uit den boze voor de kids). Dit alles om de ouders een veilig en vertrouwd gevoel te geven.

Toch houdt het nog niet op. Emiel werkt aan duurzaamheid door kritisch te kijken naar de materialen die hij gebruikt. Deels is dit voorgeschreven (plastic rietjes zijn al verboden), maar hij wil zelf graag verder gaan. Hij gebruikt dus patatbakjes van organisch materiaal en is bezig met recyclebare koffiebekers. Voor de clubleden is van belang om je te realiseren dat we petflessen (waarop statiegeld zit) inleveren in de daarvoor bestemde bakken. Emiel verzamelt deze, en geeft de opbrengst aan een goed doel, namelijk Hercules! Het doet hem verdriet te constateren dat de zakken niet voller maar leger worden. Per 1 april komt er statiegeld op het inleveren van blikjes. Extra reden om hier aandacht voor te vragen. Vandaar dus:

OPROEP AAN ALLE LEDEN: LEVER JE PETFLESSEN (GROOT EN KLEIN) IN BIJ DE DAARVOOR BESTEMDE INLEVERPUNTEN IN HET PAVILJOEN. DIT IS GOED VOOR HET MILIEU EN JE HELPT DE CLUB ERMEE. DOE DIT VANAF 1/4 OOK MET JE BLIKJES

We sluiten dit deel af Emiels grote ideaal: werken met een lege prullenbak zodat er geen groente- en fruitafval meer overblijft. Daarvoor wil hij de schermen in het paviljoen gaan gebruiken (aanbiedingen op het scheiden van de markt onder het motto ‘Pachter, wat doet u nu?’) maar ook door de mogelijkheid te bieden om eten mee naar huis te nemen zodat hij een lege ijskast overhoudt. Dit is in ontwikkeling maar vergt nog logistieke aanpassingen.

Het heden

Vervolgens kijken we verder over het park. Ook daar is de invloed van Emiel merkbaar en hij wil er graag wat over kwijt. Als eerste noemt hij het idee om te gaan spelen met recyclebare tennisballen. Nu belanden de afgedankte ballen nog volledig bij het groot vuil maar er zijn mogelijkheden om hier anders mee om te gaan. Verder gaat het over de openingstijden van het paviljoen. De moeilijkste tijden zijn achter de rug (in de pandemie heeft hij veel kunstgrepen moeten toepassen om de zaak draaiende te houden) maar ook Emiel heeft last van personeelstekorten. Hij bekijkt per situatie of het zinvol is om open te gaan dan wel of gebruikers van het park genoeg hebben aan de koffiecorner die speciaal hiervoor is ingericht. Met lagere prijzen maar met dezelfde kwaliteit!

Het blijkt dat niet iedereen hier begrip voor heeft en dat sommigen willen dat hij toch opengaat. Een ander pijnpunt is dat Emiel weet dat er illegaal van de velden of banen gebruik wordt gemaakt (zelfs door oud-leden die een potje komen spelen) maar hij heeft geen zin heeft om als handhaver op te moeten treden. Zoals hij het ook niet altijd prettig vindt om meteen klaar te moeten staan bij calamiteiten of onrust, terwijl er anderen in de buurt zijn die dit op kunnen lossen. Wat hem herinnert aan het incident in het paviljoen waarbij hij de kastanjes uit het vuur moest halen ten koste van zijn eigen lichamelijk welzijn en waarvan de afhandeling nog altijd loopt. Een zaak die nog altijd dicht onder zijn huid zit. Hij pleit voor het aanstellen van een verenigingsmanager annex parkbeheerder, al dan niet in samenspraak met buurman Sporting. Maar misschien is het veel belangrijker om net even iets meer oog en begrip voor elkaar te hebben als dat mogelijk is.

We spreken nog over de op te knappen annexruimte die ingericht gaat worden met een aansluiting naar de koffiecorner. En Emiel doet een oproep om het (herstelde!) watertappunt beter te gebruiken zodat men geen beroep hoeft te doen op de mensen achter de bar.

Het verleden

De tijd is omgevlogen dus Emiel moet nodig weer verder met de afhandeling van zijn papierwerk. Maar hij wil me nog wel wat laten zien over de historie van onze club. Ik krijg uitleg bij de foto’s aan de wand, bij de ‘ton van Ad van der Wal’ en bij de medaillekast met unieke oude exemplaren. Emiel wil hier meer bekendheid en uitstraling aan geven en hij roept bij deze vrijwilligers op die hierover willen meedenken.

Tot slot

We constateren we dat het een nuttig gesprek was om elkaar beter te leren kennen en hem de kans te geven zijn ideeën over het voetlicht te brengen. Emiel houdt van openheid en transparantie en zou graag zien dat er meer inzicht wordt gegeven. Als voorbeeld noemt hij om aan te geven hoeveel geld het kost om al het vandalisme te bestrijden. In de hoop dat dan het besef doordringt wat voor moois en beters je met dat geld zou kunnen doen.

We nemen afscheid met de afspraak om elkaar met enige regelmaat te blijven spreken. Een goed voornemen wat mij betreft.

Frank van den Heuvel

EMIEL VROEGER

EMIEL NU

22 maart 2023

Emiel Smit aan het woord.

Kijk naar de toekomst, ken je verleden en wees lief voor elkaar.

Eén van de speerpunten van het beleid is om meer te laten zien van de vereniging en daarover te communiceren. Een deel van het verenigingsleven speelt zich af in het paviljoen. Een actieve commissie binnen het bestuur, de horecacommissie, houdt het reilen en zeilen hier mede in de gaten. En, last but not least, na de Coronatijd lijkt het of we de oude draad weer op kunnen pakken, maar leert de realiteit dat er veel veranderd is en dat Hercules meegaat met zijn tijd.

Kortom: hoog tijd om onze oer-Herculaan, de bij iedereen bekende pachter Emiel Smit, aan het woord te laten over zijn insteek en visie.

Nou, dat heb ik geweten! Als je met hem aan de praat raakt, volgt al snel een stortvloed aan woorden. Met grote plannen voor de toekomst. Maar ook spreekt hij over zaken die hem ergeren (ik zal ze de lezer grotendeels besparen, maar hij heeft hier en daar zeker een punt). En evenzo gemakkelijk vlecht hij anekdotes over de historie van de vereniging door zijn verhaal.

Om het voor de lezer behapbaar te houden, geef ik ons gesprek weer volgens bovengenoemde drie stromen. Ik beperk  me tot de grote lijnen om het stuk geen encyclopedische dikte mee te geven.

De toekomst

We beginnen met het belangrijkste item. Hoe staat het met het paviljoen, hoe is Emiel de crisis doorgekomen en wat heeft hij voor plannen?

Emiel constateert dat hij er nog staat, dat hij het moeilijk heeft gehad tijdens de pandemie maar dat hij het (net) heeft kunnen redden. Nog niet alles is achter de rug maar hij vertrouwt erop dat er genoeg vlees op de botten zit. Hij geeft aan een prima samenwerking te ervaren met zowel het huidige bestuur (met name met voorzitter Fons Visser) als met de mensen van Beheer, waarbij de opzet is om elkaar de ruimte te geven maar wel met de bedoeling om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Als Bourgondiër is Emiel altijd bezig met nadenken over hoe je het aanbod kunt uitbreiden en verbeteren. Hij vertelt eerlijk dat een groot deel van de omzet nog altijd wordt behaald via de traditionele frituur (patat, bitterballen en frikandellen) en dranken (bier, bier en bier). Daar is op zich niets mis mee, alhoewel je je kunt afvragen in hoeverre een sportclub (waar mensen komen om gezond bezig te zijn) zich hier bij neer moet leggen.

Voor Emiel is echter duidelijk: hij zoekt de uitdaging op andere terreinen. Samen met partner, steun en toeverlaat Marjorie, verzint hij nieuwe gerechten die ze eerst samen uitproberen. Hij zegt nog een pak meer ideeën daarvoor te hebben. Opvallend is dat met name door de aanwas van vrouwelijke leden, de vraag naar meer vegetarische en veganistische mogelijkheden aanzienlijk groter is geworden. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

Ook in het randgebeuren is Emiel bezig met verduurzamen en verbeteren. Bijvoorbeeld in het omgaan met sauzen. Hij gaat voor het echte werk (kwaliteit staat voorop) maar is bezig met een leverancier die spul aanlevert met 50% minder vet (mayo) en 15% minder suiker (ketchup). Hij gebruikt biologische olie, een cyclisch product met nauwelijks afval. In de energiedrankjes zit veel minder suiker en het aanbod 0.0-alcoholvrij bier wordt groter (op de tap, er komt er nog eentje bij en op fles verkrijgbaar). Door het aanbieden van speciaal biertjes en het schenken van een mooie wijn, wordt het aloude ‘doordrinken’ in de derde helft anders gericht. Ook hier gaat kwaliteit boven kwantiteit. Als Emiel dit vertelt, merk je dat hij hierin een grote uitdaging ziet. Zijn ogen glimmen en hij kan niet ophouden met praten.

Dus wil hij zijn andere grote liefde, de BBQ, niet onvermeld laten. Hij gaat dit binnenkort, als het weer beter wordt en de zomer nadert, weer aanbieden met een mooi nieuw concept waarin zowel een vega- als een vleesversie tot de mogelijkheden behoren. Ook zijn pasta’s worden steeds meer volledig vegetarisch. Veel afnemers, die met de mond belijden niet zonder echt vlees te kunnen, merken dit laatste vaak niet eens en eten met smaak.

De kinderlimo is volledig suikervrij gemaakt en veiligheid is een belangrijk aandachtspunt (er lopen mensen met hete dranken, rennen is dus uit den boze voor de kids). Dit alles om de ouders een veilig en vertrouwd gevoel te geven.

Toch houdt het nog niet op. Emiel werkt aan duurzaamheid door kritisch te kijken naar de materialen die hij gebruikt. Deels is dit voorgeschreven (plastic rietjes zijn al verboden), maar hij wil zelf graag verder gaan. Hij gebruikt dus patatbakjes van organisch materiaal en is bezig met recyclebare koffiebekers. Voor de clubleden is van belang om je te realiseren dat we petflessen (waarop statiegeld zit) inleveren in de daarvoor bestemde bakken. Emiel verzamelt deze, en geeft de opbrengst aan een goed doel, namelijk Hercules! Het doet hem verdriet te constateren dat de zakken niet voller maar leger worden. Per 1 april komt er statiegeld op het inleveren van blikjes. Extra reden om hier aandacht voor te vragen. Vandaar dus:

OPROEP AAN ALLE LEDEN: LEVER JE PETFLESSEN (GROOT EN KLEIN) IN BIJ DE DAARVOOR BESTEMDE INLEVERPUNTEN IN HET PAVILJOEN. DIT IS GOED VOOR HET MILIEU EN JE HELPT DE CLUB ERMEE. DOE DIT VANAF 1/4 OOK MET JE BLIKJES

We sluiten dit deel af Emiels grote ideaal: werken met een lege prullenbak zodat er geen groente- en fruitafval meer overblijft. Daarvoor wil hij de schermen in het paviljoen gaan gebruiken (aanbiedingen op het scheiden van de markt onder het motto ‘Pachter, wat doet u nu?’) maar ook door de mogelijkheid te bieden om eten mee naar huis te nemen zodat hij een lege ijskast overhoudt. Dit is in ontwikkeling maar vergt nog logistieke aanpassingen.

Het heden

Vervolgens kijken we verder over het park. Ook daar is de invloed van Emiel merkbaar en hij wil er graag wat over kwijt. Als eerste noemt hij het idee om te gaan spelen met recyclebare tennisballen. Nu belanden de afgedankte ballen nog volledig bij het groot vuil maar er zijn mogelijkheden om hier anders mee om te gaan. Verder gaat het over de openingstijden van het paviljoen. De moeilijkste tijden zijn achter de rug (in de pandemie heeft hij veel kunstgrepen moeten toepassen om de zaak draaiende te houden) maar ook Emiel heeft last van personeelstekorten. Hij bekijkt per situatie of het zinvol is om open te gaan dan wel of gebruikers van het park genoeg hebben aan de koffiecorner die speciaal hiervoor is ingericht. Met lagere prijzen maar met dezelfde kwaliteit!

Het blijkt dat niet iedereen hier begrip voor heeft en dat sommigen willen dat hij toch opengaat. Een ander pijnpunt is dat Emiel weet dat er illegaal van de velden of banen gebruik wordt gemaakt (zelfs door oud-leden die een potje komen spelen) maar hij heeft geen zin heeft om als handhaver op te moeten treden. Zoals hij het ook niet altijd prettig vindt om meteen klaar te moeten staan bij calamiteiten of onrust, terwijl er anderen in de buurt zijn die dit op kunnen lossen. Wat hem herinnert aan het incident in het paviljoen waarbij hij de kastanjes uit het vuur moest halen ten koste van zijn eigen lichamelijk welzijn en waarvan de afhandeling nog altijd loopt. Een zaak die nog altijd dicht onder zijn huid zit. Hij pleit voor het aanstellen van een verenigingsmanager annex parkbeheerder, al dan niet in samenspraak met buurman Sporting. Maar misschien is het veel belangrijker om net even iets meer oog en begrip voor elkaar te hebben als dat mogelijk is.

We spreken nog over de op te knappen annexruimte die ingericht gaat worden met een aansluiting naar de koffiecorner. En Emiel doet een oproep om het (herstelde!) watertappunt beter te gebruiken zodat men geen beroep hoeft te doen op de mensen achter de bar.

Het verleden

De tijd is omgevlogen dus Emiel moet nodig weer verder met de afhandeling van zijn papierwerk. Maar hij wil me nog wel wat laten zien over de historie van onze club. Ik krijg uitleg bij de foto’s aan de wand, bij de ‘ton van Ad van der Wal’ en bij de medaillekast met unieke oude exemplaren. Emiel wil hier meer bekendheid en uitstraling aan geven en hij roept bij deze vrijwilligers op die hierover willen meedenken.

Tot slot

We constateren we dat het een nuttig gesprek was om elkaar beter te leren kennen en hem de kans te geven zijn ideeën over het voetlicht te brengen. Emiel houdt van openheid en transparantie en zou graag zien dat er meer inzicht wordt gegeven. Als voorbeeld noemt hij om aan te geven hoeveel geld het kost om al het vandalisme te bestrijden. In de hoop dat dan het besef doordringt wat voor moois en beters je met dat geld zou kunnen doen.

We nemen afscheid met de afspraak om elkaar met enige regelmaat te blijven spreken. Een goed voornemen wat mij betreft.

Frank van den Heuvel

EMIEL VROEGER

EMIEL NU

Meer berichten

Call to action